Kefir kennen we uit de geitenwollen seventies. Maar toen ging het vooral om melkkefirkorrels die onder de foutieve naam ‘yoghurtplantje’ als een joint rond gingen onder vrienden en vage bekenden. Nu we eten en drinken steeds meer zien als medicijn, is homegrown probiotische kefir terug. Maar naast melkkefir maken we nu ook waterkefir zelf. En niet alleen voor de gezondheid.
Er bestaan dus twee kefirsoorten. En beide worden gemaakt met levende kefirkorrels die bestaan uit rechtsdraaiende melkzuur-bacteriën en gisten die in prettige symbiose samenleven.
Wie netjes is, kan met een klein voorraadje korrels een heel leven en uitdijende vriendengroep lang kefir maken.
Het licht tintelende drankje dat in het geval van waterkefir transparant in plaats van melkachtig is, bevat allerlei vitamines (veel B en H), essentiële aminozuren en adaptogenen.
Het drankje is bovendien probiotisch, wat staat voor goede bacteriën die de darmflora netjes op orde houden. En volgens recent wetenschappelijk onderzoek veel méér dan enkel die darmvegetatie. Namelijk ook gewicht, humeur en gezondheid.
Daarnaast is de tintelfrisse en dorstlessende waterkefir gewoon lekker. En daarmee een prima alcoholsubstituut, nu alcohol De Nieuwe Suiker dreigt te worden.
Om waterkefir te maken, heb je naast waterkefirkorrels, (bron)water, zoetmiddel (kan ook gedroogd fruit zijn), vijgen, sap van een citroen, een afsluitbare weckpot en wat geduld nodig.
Wie dat geduld zo’n dag of twee, drie kan opbrengen, heeft bij voorbaat al bewezen dat het ontstressende relaxdrankje werkt.
Meer lezen kan hier. Proeven en korrels kopen kan o.a. bij Mediamatic in Amsterdam.
© Tekst: Marjan Ippel, Talkin’ Food® 2017
Meer foodlingo hier.