Toen de gourmetburger jaren geleden (in 2007) werd geïntroduceerd in ons land, bestond de allereerste gourmetburgerzaak het om geen friet bij de Nieuwe Burger te serveren (nee, ik noem geen namen). Dat zou nu geen enkele burgermaster meer in zijn hoofd halen. En met hem de meeste nouveau fastfood-aanbieders, (food)festivals en zelfs toprestaurants niet. Het goudgeel gefrituurde aardappelstaafje is net als de burger salonfähig geworden. Op straat én het damast.>>>>
Vooral op pop-, food-, foodtruckfestivals en in foodhallen is friet in een kartonnen puntzak, al dan niet met apart saushoekje, van side-kick tot hoofdact geworden. Maar ook in gastrobars staat friet op de kaart. Vaak niet meer gefrituurd in zonnebloem- of kokosolie, maar in niervet, schmalz, ossenwit of nog een ander recent gerehabiliteerd dierlijk vet. En altijd ambachtelijk geschild, gesneden en dubbel gebakken. Vaker nog met schil (luiewijvenfriet) dan zonder.
En was friet de afgelopen jaren vooral nog een bescheiden stand-alone, de nieuwste festivals presenteren hem mét. Maar dan wel een heel andere ‘mét’ dan wat deze toevoeging traditioneel bij ons betekent: met mayonaise.
De ‘mét’ varieert in dit geval van pulled krab, kip, lam, papaya of pork tot een berg pickles, pepers, baconsprinkles, mais, sla en bijvoorbeeld een gebakken eitje en/of reepjes gefrituurde kippenhuid. Basically een over the top Kapsalon Nieuwe Stijl. In Engeland om begrijpelijke redenen loaded fries gedoopt.
The revival of the frites. Zowel op straat als aan het damast. Eindelijk.
© Marjan Ippel, Talkin’ Food® 2015
Lees ook: Mag het alweer?