Met enig tromgeroffel opende oud-driesterrenchef Sergio Herman – nu goed voor twee ** – eerder dit jaar in Den Haag de eerste van een reeks friettenten onder de naam Frites Atelier Amsterdam. Dat klinkt lekker internationaal. Bovendien stáát Amsterdam voor iets, verklaarde de topkok de naam. Dat vinden ze in Italië blijkbaar ook, waar Amsterdam Chips als een dolle over de snackcounter gaan.>>>>
Een warme dag in augustus. De dag na Ferragosto, de Italiaanse familiefeestdag bij uitstek die zo prachtig is geportretteerd in de film Pranzo di Ferragosto.
Maar voor ons weinig pranzo (maaltijd), want de héle horeca en retail in Turijn verkeerde elders. Slechts neergelaten rolluiken met de obligate graffitikrabbels (‘mangia merde!’) staarden ons aan.
Al die focacceria’s, fritteria’s, osteria’s, trattoria’s en andere -ia’s zouden hun culinaire geheim niet aan ons openbaren. Niet nu, in ieder geval.
Opeens kwam daar een fel rood en geel schijnsel vanonder een gevel vandaan, waarvoor geen grauw rolluik neergelaten was. Drommen mensen stonden er in de rij. Een farinateria, waar ze de streek-specialiteit farinata (kikkererwtenkoek) verkopen? Dacht ik nog even hoopvol.
Bíjna. Het was een friettent. En niet zomaar één. Een Amsterdamse, afgaande op de naam Amsterdam Chips. En om te bewijzen dat het serieus was, toonde een monitor 24/7 filmpjes van Amsterdamse grachten. En hing er een graffitikunstwerk aan de muur waarop de Amsterdamse moederzaak van deze keten in onze eigen rosse buurt was afgebeeld. Alleen, die zaak bestaat daar niet. Maar wel in Tuijn, dus. Verschillende. En ook in Vercelli. En zelfs sinds kort in St. Petersburg, Rusland (zelfde naam, andere ondernemers).
Het bijzondere bestond volgens de Italiaanse neon uithangborden niet uit het feit dat er patatine fritte werden verkocht. Dat doen ze buiten Amsterdam ook. Zelfs niet dat ze er mayonaise (!) of een ander saus (zoals samoerai) bij serveerden. Maar dat het ging om friet to-go. Friet in een kartonnen puntzak waarmee je al etend gaat rondlopen. Dat was het meest unieke Amsterdamse aan het geheel. Of eigenlijk Hollandse. Maar ja, voor de gemiddelde buitenlander én Amsterdammer is Amsterdam nu eenmaal Holland, en andersom.
De frieten, afkomstig van Hollandse aardappels, waren bereid all’Olandese. Dat wil zeggen: eerst gesneden, de staafjes vervolgens kort gekookt en dan twee keer gebakken. En ze smaakten zeker niet slecht. Wel koud. Als een Amsterdamse zomer.
Later vonden we elders in het potdichte Turijn ook nog friettent Chips Smile met als ondertitel bintje Olandesi.
Sergio heeft (wéér) gelijk: Amsterdamse friet is een dingetje.
© Marjan Ippel, Talkin’ Food® 2016
Lees ook: Nieuw-ruig vega.